0%

Het faillissement aanvragen van een ontbonden rechtspersoon?

Het faillissement aanvragen van een vennootschap die al is ontbonden en is uitgeschreven uit het handelsregister van de KvK. Het is mogelijk mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Onlangs heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich weer gebogen over zo’n faillissementsverzoek. De beslissing werd op 17 mei 2023 gepubliceerd

Faillissementsaanvraag na eerder faillissement

Het betrof een vennootschap die op 13 december 2016 in staat van faillissement is verklaard. Dat faillissement is op 10 maart 2020 opgeheven bij gebrek aan baten. Vervolgens is op 11 maart 2020 in het handelsregister van de KvK geregistreerd dat de vennootschap is ontbonden en is opgehouden te bestaan.

Op 9 maart 2023 werd opnieuw het faillissement van de vennootschap aangevraagd. Omdat dit verzoek werd ingediend binnen drie jaar nadat het eerdere faillissement was geëindigd, diende de aanvrager aan te tonen dat er voldoende baten aanwezig zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Deze verplichting volgt uit artikel 18 van de Faillissementswet.

Het gaat dan alleen om de te maken kosten van het faillissement dat nu wordt aangevraagd en niet om de nog onbetaalde faillissementskosten uit het eerdere faillissement. Het gaat namelijk om een nieuw faillissementsverzoek. Als dat verzoek wordt toegewezen, leidt dat tot een nieuw faillissement en niet tot voortzetting van het eerdere faillissement.

De aanvrager in deze zaak heeft aangevoerd dat de vennootschap nog altijd eigenaar is van 1/8 deel van een bedrijfspand. Daarnaast heeft de aanvrager aangeboden zelf een bedrag van € 10.000,= te betalen voor het geval het aandeel in het bedrijfspand onvoldoende oplevert om de faillissementskosten te dekken.

Het hof oordeelt dat onvoldoende verzekerd is dat de kosten van het tweede faillissement zullen worden voldaan. In de eerste plaats omdat de waarde van het aandeel in het bedrijfspand niet is onderbouwd met documenten. Daardoor kan niet worden uitgesloten dat de nieuw aan te stellen curator alsnog uitgebreid onderzoek zal moeten doen naar de waarde van het pand. In dat geval kunnen de faillissementskosten aanzienlijk hoger uitvallen dan de aangeboden € 10.000,=. De aanvrager heeft daarnaast niet verklaard bereid te zijn (veel) meer te betalen dan dit bedrag. Kortom, het hof heeft niet kunnen vaststellen dat de kosten van het nieuwe faillissement integraal zouden worden gedekt. En dus wordt het faillissementsverzoek afgewezen.

Deze zaak ging specifiek over de faillissementsaanvraag van een vennootschap die na opheffing van haar faillissement was ontbonden en uitgeschreven uit het handelsregister.

Een vennootschap kan ook via een andere route worden ontbonden, namelijk door middel van turboliquidatie. In dat geval wordt echter een lichtere bewijslast gehanteerd. 

Faillissementsaanvraag na turboliquidatie

Het fenomeen turboliquidatie heeft in de afgelopen jaren een vlucht genomen. Het is een snelle manier om een vennootschap te ontbinden en te liquideren. Dit is echter uitsluitend toegestaan wanneer er geen baten meer zijn.

Turboliquidatie is voor schuldeisers van een vennootschap vaak een doorn in het oog. De reden daarvoor is dat het niet verplicht is om aan te kondigen dat de vennootschap zal worden geliquideerd. De aandeelhouders en het bestuur van een vennootschap kunnen dit zelfstandig en in stilte regelen. Er vindt geen toetsing door een onafhankelijke derde plaats. Daardoor komt de turboliquidatie voor schuldeisers vaak als een verrassing als zij ineens worden geconfronteerd met een debiteur die niet meer bestaat.

Er komt nieuwe wetgeving aan die de positie van schuldeisers bij een turboliquidatie beter beschermt. Daartoe is op 14 maart 2023 het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aangenomen door de Eerste Kamer. Het is evenwel nog niet bekend wanneer deze wet in werking zal treden.  

Ook een vennootschap die is ontbonden na turboliquidatie, kan echter nog steeds failliet worden verklaard. De Hoge Raad heeft dit al in 1995 bepaald.

In deze situatie hoeft de aanvrager van het faillissement echter niet aan te tonen (bewijzen), maar slechts te stellen en aannemelijk te maken dat de vennootschap nog baten heeft. Vereist is slechts dat summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn.

Overige voorwaarden voor faillietverklaring

In beide situaties – dus zowel bij ontbinding na faillissement als bij ontbinding door turboliquidatie – dient ook aan de overige voorwaarden voor faillietverklaring te worden voldaan.

Eerst dient (summierlijk) te blijken dat de vennootschap nog over baten beschikt. Vervolgens dient te worden beoordeeld of de aanvrager van het faillissement een opeisbare vordering op de ontbonden vennootschap heeft. En de ontbonden vennootschap moet ten minste nog één andere schuldeiser hebben die niet wordt betaald.

Is aan deze drie vereisten voldaan, dan kan de ontbonden vennootschap failliet worden verklaard.

Tot slot

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op HERO.